Karibu Kenia!
Blijf op de hoogte en volg Ties
03 Juni 2014 | Kenia, Nairobi
Nou vooruit dan, ook ik maak een blogje over mijn stage in Kenia. Na twee weken te hebben vertoefd in Big Bad Nairob heb ik in ieder geval genoeg om over te schrijven. Het is in een keer een hele lap tekst maar ik heb het zo veel mogelijk geprobeerd samen te vatten.
19 mei kwam ik aan op Kenyatta Airport in Nairobi. Ik werd opgewacht door twee leden van AIESEC, het internationale stagebureau waarmee ik mijn stage had geregeld. Na de eerste knuffels (Kenianen knuffelen graag) en het eerste hoongelach om mijn Swahili (Kenianen lachen me graag uit) reden we naar mijn onderkomen voor de komende drie maanden.
Mijn plekje heet het Funguo Estate en ik woon samen met een Duitse, een Nigeriaan, een Congolees, een Pool en sinds kort ook een jongen uit Singapore. Met die laatste twee lig ik ook op één kamer en tot nu toe heb ik ze alleen horen klagen over de muggen. Mijn gesnurk tolereren ze. Er wonen ook nog Keniaanse jongens die studeren aan een nabij gelegen universiteit. Ze zijn allemaal erg bijdehand en weten verbazingwekkend veel over ons kikkerlandje. Euthanasie, het homohuwelijk, Nederlandse house artiesten en de Flevopolder(!) ook wel bekend als "That one island you guys made" zijn vaste gespreksonderwerpen. Erg mooi om te zien hoe verbaasd iedereen is over elkaars cultuur. Die globalisering is gelukkig nog niet overal doorgedrongen.
De dag na mijn aankomst werd ik toegewezen aan mijn 'buddy' Pascal die me zou rondleiden door de hoofdstad. Ik kon van te voren niet weten dat het een wat onrealistische eerste indruk van het leven in Nairobi zou worden. Allereerst namen we een matatu. Dat is een soort gepimpte buurtbus die niet echt een vaste route heeft. De bestuurders hebben naast suicidale neigingen ook een voorliefde voor Nigeriaanse reggaeton. Luister maar even naar dit geluidsfragment.(https://www.youtube.com/watch?v=yMSTYtMSbL0) Zie je mij al zitten? Iedere rit is een hele ervaring maar ik raak er al langzaam aan gewend. Toch ben ik altijd klaarwakker als ik op mijn stage ben beland.
Eenmaal in Nairobi liet Pascal me de highlights zien. De stad is extreem druk maar redelijk schoon. Enkele grote wegen worden op dit moment tegelijkertijd onder handen genomen waardoor het tijdens de spits overal muurvast staat.Toen hij me wilde rondleiden op de universiteitscampus, moesten we omdraaien. Pascal rook traangas en even verderop hoorden we geschreeuw. Er waren rellen uitgebroken onder de studenten vanwege een verhoging van de universitaire inschrijfkosten. Toen er ergens verderop iets werd afgevuurd, begonnen mensen om ons heen weg te rennen. Als makke schapen deden we hetzelfde (ik was net zo snel als een Keniaan!) en doken we onder in een friettent. Karibu Kenia [Welkom in Kenia] lachte Pascal. Alle ophef was blijkbaar voor niks maar ik had een bijzondere eerste dag achter de rug. Gelukkig is zoiets dergelijks sindsdien niet meer voorgekomen. Over het algemeen merk je weinig van de onveiligheid waar je in Nederland nog wel eens iets over hoort. Het werd me echter wel afgeraden om dure spullen zoals laptops en smartphones mee te nemen en in het donker is in je eentje rondbanjeren ook geen slim plan. Als ik zo de verhalen hoor van andere interns zijn die waarschuwingen terecht. Niet voor niets wordt de stad ook wel Nairobbery genoemd.
De volgende dag begon mijn stage bij Craft Afrika. Dat is een organisatie die beginnende bedrijfjes een steun in de rug geeft door middel van microkredieten en business trainingen. Ik moet voornamelijk op zoek gaan naar partners en de deelnemende bedrijven te stimuleren om hun producten op de lokale, nationale of zelfs internationale markt te brengen. Tot nu toe moet ik nog een beetje wennen aan de bezigheden maar het begint langzaam te komen. Het team is in ieder geval heel enthousiast en ik kan erg met ze lachen. Hetzelfde geldt voor alle mensen met wie ik in het internhouse woon. Ze organiseren onderling heel veel activiteiten zodat je je eigenlijk niet hoeft te vervelen. Zo was ik afgelopen week een lang weekend naar Zanzibar geweest. Prachtig eiland maar dat zal ik de volgende keer nog meer over schrijven. Ik brei er een eind aan. We hebben de afgelopen twee dagen geen stromend water gehad en volgende de Singaporees is er net een “truck full of water” gearriveerd. Tijd om te doessen. Volgende week zal ik waarschijnlijk weer wat schrijven. Baadaye!
19 mei kwam ik aan op Kenyatta Airport in Nairobi. Ik werd opgewacht door twee leden van AIESEC, het internationale stagebureau waarmee ik mijn stage had geregeld. Na de eerste knuffels (Kenianen knuffelen graag) en het eerste hoongelach om mijn Swahili (Kenianen lachen me graag uit) reden we naar mijn onderkomen voor de komende drie maanden.
Mijn plekje heet het Funguo Estate en ik woon samen met een Duitse, een Nigeriaan, een Congolees, een Pool en sinds kort ook een jongen uit Singapore. Met die laatste twee lig ik ook op één kamer en tot nu toe heb ik ze alleen horen klagen over de muggen. Mijn gesnurk tolereren ze. Er wonen ook nog Keniaanse jongens die studeren aan een nabij gelegen universiteit. Ze zijn allemaal erg bijdehand en weten verbazingwekkend veel over ons kikkerlandje. Euthanasie, het homohuwelijk, Nederlandse house artiesten en de Flevopolder(!) ook wel bekend als "That one island you guys made" zijn vaste gespreksonderwerpen. Erg mooi om te zien hoe verbaasd iedereen is over elkaars cultuur. Die globalisering is gelukkig nog niet overal doorgedrongen.
De dag na mijn aankomst werd ik toegewezen aan mijn 'buddy' Pascal die me zou rondleiden door de hoofdstad. Ik kon van te voren niet weten dat het een wat onrealistische eerste indruk van het leven in Nairobi zou worden. Allereerst namen we een matatu. Dat is een soort gepimpte buurtbus die niet echt een vaste route heeft. De bestuurders hebben naast suicidale neigingen ook een voorliefde voor Nigeriaanse reggaeton. Luister maar even naar dit geluidsfragment.(https://www.youtube.com/watch?v=yMSTYtMSbL0) Zie je mij al zitten? Iedere rit is een hele ervaring maar ik raak er al langzaam aan gewend. Toch ben ik altijd klaarwakker als ik op mijn stage ben beland.
Eenmaal in Nairobi liet Pascal me de highlights zien. De stad is extreem druk maar redelijk schoon. Enkele grote wegen worden op dit moment tegelijkertijd onder handen genomen waardoor het tijdens de spits overal muurvast staat.Toen hij me wilde rondleiden op de universiteitscampus, moesten we omdraaien. Pascal rook traangas en even verderop hoorden we geschreeuw. Er waren rellen uitgebroken onder de studenten vanwege een verhoging van de universitaire inschrijfkosten. Toen er ergens verderop iets werd afgevuurd, begonnen mensen om ons heen weg te rennen. Als makke schapen deden we hetzelfde (ik was net zo snel als een Keniaan!) en doken we onder in een friettent. Karibu Kenia [Welkom in Kenia] lachte Pascal. Alle ophef was blijkbaar voor niks maar ik had een bijzondere eerste dag achter de rug. Gelukkig is zoiets dergelijks sindsdien niet meer voorgekomen. Over het algemeen merk je weinig van de onveiligheid waar je in Nederland nog wel eens iets over hoort. Het werd me echter wel afgeraden om dure spullen zoals laptops en smartphones mee te nemen en in het donker is in je eentje rondbanjeren ook geen slim plan. Als ik zo de verhalen hoor van andere interns zijn die waarschuwingen terecht. Niet voor niets wordt de stad ook wel Nairobbery genoemd.
De volgende dag begon mijn stage bij Craft Afrika. Dat is een organisatie die beginnende bedrijfjes een steun in de rug geeft door middel van microkredieten en business trainingen. Ik moet voornamelijk op zoek gaan naar partners en de deelnemende bedrijven te stimuleren om hun producten op de lokale, nationale of zelfs internationale markt te brengen. Tot nu toe moet ik nog een beetje wennen aan de bezigheden maar het begint langzaam te komen. Het team is in ieder geval heel enthousiast en ik kan erg met ze lachen. Hetzelfde geldt voor alle mensen met wie ik in het internhouse woon. Ze organiseren onderling heel veel activiteiten zodat je je eigenlijk niet hoeft te vervelen. Zo was ik afgelopen week een lang weekend naar Zanzibar geweest. Prachtig eiland maar dat zal ik de volgende keer nog meer over schrijven. Ik brei er een eind aan. We hebben de afgelopen twee dagen geen stromend water gehad en volgende de Singaporees is er net een “truck full of water” gearriveerd. Tijd om te doessen. Volgende week zal ik waarschijnlijk weer wat schrijven. Baadaye!
-
03 Juni 2014 - 21:41
Anne-Marie:
Had e.e.a. al via Skype begrepen maar vind het heel leuk om je blog te lezen.
Keep up the good work.
Veel groeten
Anne-Marie -
14 Juni 2014 - 09:41
Karel:
Hoi Ties. .Prima werk....knuffels vanuit Valkenswaard (wilhelmien he ) jammer dat ze er geen carnaval hebben he...met respect gelezen...we zijn trots op je. groeten
Karel
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley